Deze gastbijdrage is van Reinder Rustema, docent nieuwe media aan de Universiteit van Amsterdam en bestuurslid van BendeBurgers.nl
De huidige regering wil een wietpas invoeren om problemen met coffeeshops te bestrijden. De oppositie roept helaas nog steeds, ook op Sargasso, dat de legalisatie van drugs de enige oplossing is, ondanks dat internationale verdragen dat onmogelijk maken. Beide oplossingen voldoen niet.
De wietpas-oplossing lost het probleem van de criminaliteit aan de achterdeur niet op. Mogelijk is er wat minder toerisme bij de coffeeshops, maar het ligt in de lijn der verwachting dat na het invoeren van de wietpas menig Nederlander via Facebook benaderd wordt met een vriendschapsverzoek en een vervolgvraag om een wietpas te nemen en wat drugs in te kopen. Voor studenten een handige manier om de studiefinanciering wat aan te vullen. Criminelen zullen van de schaarste in de markt vast ook dankbaar gebruik maken door meer buiten de coffeeshop om te gaan handelen. Iets duurder (meer winst voor de crimineel), maar geen wietpas nodig. Niets nieuws onder de zon, terug naar af.
Een vrije markt voor gelegaliseerde drugs is ook geen oplossing, want zodra handel mogelijk is zorgen arbeidsdeling, specialisatie en schaalvergroting voor efficiënte grootschalige productie en distributie. Ook als de productie door de staat wordt georganiseerd met ’staatskwekerijen’, maar de distributie commercieel blijft via coffeeshops, voorkom je dit niet. De coffeeshops blijven op een markt opereren. Ondanks allerlei inperkingen zoals een reclameverbod blijven ze de aandacht van jongeren en toeristen trekken. De staatskwekerijen kunnen of willen de vraag dan nooit bijbenen en de prijs in de coffeeshops zal omhoog gaan, wat een stimulans zal zijn voor een zwarte markt.
Het gaat erom de vraag zoveel mogelijk weg te nemen in de concurrentie met de criminele markt in drugs. De juridische uitzonderingsregel voor een bescheiden productie voor eigen consumptie biedt de oplossing. Het is niet in conflict met de internationale verdragen die alleen over de handel in drugs gaan. Het is een variant op de wietpas, maar dan met de angel van de commercie eruit getrokken. Maak het juridisch mogelijk om in verenigingsverband de individuele quota bij elkaar opgeteld te mogen produceren en ‘de achterdeurproblematiek’ verdwijnt. Sterker nog, er is ook geen voordeur meer. De bulk van de vraag naar drugs verdwijnt omdat de consumenten zelf tegen kostprijs aan de drugs kunnen komen. De kwaliteit ervan heeft de consument-producent volledig in eigen handen en toezicht op gezondheid, milieubelasting en criminele invloeden zijn uitstekend te organiseren. Daar kunnen criminelen niet tegenop concurreren.
Coffeeshops worden dan door drugsverenigingen vervangen; naar binnen gekeerde en discrete genootschappen zoals schietverenigingen. Net zoals wapenbezitters met schietverenigingen hun liefhebberij willen beschermen zorgen ze er voor alle eisen voor de vergunning goed na te leven, met een strenge controle in eigen kring op gedrag en kwaliteit. Consumptie en niet winst is het motief. Als drugsverenigingen op anonieme en verscholen locaties hun productievergunning beschermen, zal elke (ver)koper of dief waar ze over horen uit eigenbelang gelijk verklikt worden bij de politie. Het is een legale zelfregulerende sector met een ingebouwd motief om aandacht van de politie te voorkomen door hun zaakjes goed te regelen. Niet langer op klantvriendelijke locaties waar ook jongeren en toeristen in de verlokking worden gebracht, maar op een kwartiertje buiten de stad in een loods op een industrieterrein, een kas op het land of een volkstuintjes complex. Behangen met bordjes ‘artikel 461, verboden voor onbevoegden’. Zonder wachtwoord, pincode of vingerafdruk gaat de zware ijzeren deur niet open: ‘alleen voor leden’.
Bij toerbeurt helpen leden mee bij de productie en bewaken ze de kas tegen criminelen en andere ongenodigden. Omdat alleen kleine hoeveelheden over straat mogen consumeren de leden de oogst voornamelijk ter plekke. In beslotenheid, volgens eigen afspraken. Iedereen die het onderlinge vertrouwen schendt wordt geëxcommuniceerd. Voor de wetshandhaving wordt het overzichtelijk: volg het geld. Zodra er geld wordt verdiend met wiet moet het crimineel zijn. De productie, consumptie en het onderling delen is een privé-kwestie (“geef die joint eens door”) en daarmee per definitie beperkt in schaal en zichtbaarheid. Het neemt de vraag voor de concurrerende criminele productie weg. Ze hebben hogere kosten en willen ook nog eens winst maken.
Toeristen kunnen blijven komen, maar moeten eerst bevriend worden met een lid van de drugsvereniging die een joint wil delen. Dat gaat ten koste van diens eigen quotum en echte vrienden en kennissen krijgen natuurlijk voorrang. Handel zit er niet in, want de productie schaalt niet en het brengt de vergunning van de hele vereniging in gevaar. Een student die als lid wat bijverdient door zijn deel te verhandelen wordt geroyeerd. Zodra handel is te herleiden tot een bepaalde vereniging is het immers einde vereniging. De toerist is dan uiteindelijk beter af op de eigen zwarte markt in Duitsland, Frankrijk, Engeland of België. In eigen land kunnen ze voor dezelfde oplossing gaan lobbyen.
De huidige regering wil een wietpas invoeren om problemen met coffeeshops te bestrijden. De oppositie roept helaas nog steeds, ook op Sargasso, dat de legalisatie van drugs de enige oplossing is, ondanks dat internationale verdragen dat onmogelijk maken. Beide oplossingen voldoen niet.
De wietpas-oplossing lost het probleem van de criminaliteit aan de achterdeur niet op. Mogelijk is er wat minder toerisme bij de coffeeshops, maar het ligt in de lijn der verwachting dat na het invoeren van de wietpas menig Nederlander via Facebook benaderd wordt met een vriendschapsverzoek en een vervolgvraag om een wietpas te nemen en wat drugs in te kopen. Voor studenten een handige manier om de studiefinanciering wat aan te vullen. Criminelen zullen van de schaarste in de markt vast ook dankbaar gebruik maken door meer buiten de coffeeshop om te gaan handelen. Iets duurder (meer winst voor de crimineel), maar geen wietpas nodig. Niets nieuws onder de zon, terug naar af.
Een vrije markt voor gelegaliseerde drugs is ook geen oplossing, want zodra handel mogelijk is zorgen arbeidsdeling, specialisatie en schaalvergroting voor efficiënte grootschalige productie en distributie. Ook als de productie door de staat wordt georganiseerd met ’staatskwekerijen’, maar de distributie commercieel blijft via coffeeshops, voorkom je dit niet. De coffeeshops blijven op een markt opereren. Ondanks allerlei inperkingen zoals een reclameverbod blijven ze de aandacht van jongeren en toeristen trekken. De staatskwekerijen kunnen of willen de vraag dan nooit bijbenen en de prijs in de coffeeshops zal omhoog gaan, wat een stimulans zal zijn voor een zwarte markt.
Het gaat erom de vraag zoveel mogelijk weg te nemen in de concurrentie met de criminele markt in drugs. De juridische uitzonderingsregel voor een bescheiden productie voor eigen consumptie biedt de oplossing. Het is niet in conflict met de internationale verdragen die alleen over de handel in drugs gaan. Het is een variant op de wietpas, maar dan met de angel van de commercie eruit getrokken. Maak het juridisch mogelijk om in verenigingsverband de individuele quota bij elkaar opgeteld te mogen produceren en ‘de achterdeurproblematiek’ verdwijnt. Sterker nog, er is ook geen voordeur meer. De bulk van de vraag naar drugs verdwijnt omdat de consumenten zelf tegen kostprijs aan de drugs kunnen komen. De kwaliteit ervan heeft de consument-producent volledig in eigen handen en toezicht op gezondheid, milieubelasting en criminele invloeden zijn uitstekend te organiseren. Daar kunnen criminelen niet tegenop concurreren.
Coffeeshops worden dan door drugsverenigingen vervangen; naar binnen gekeerde en discrete genootschappen zoals schietverenigingen. Net zoals wapenbezitters met schietverenigingen hun liefhebberij willen beschermen zorgen ze er voor alle eisen voor de vergunning goed na te leven, met een strenge controle in eigen kring op gedrag en kwaliteit. Consumptie en niet winst is het motief. Als drugsverenigingen op anonieme en verscholen locaties hun productievergunning beschermen, zal elke (ver)koper of dief waar ze over horen uit eigenbelang gelijk verklikt worden bij de politie. Het is een legale zelfregulerende sector met een ingebouwd motief om aandacht van de politie te voorkomen door hun zaakjes goed te regelen. Niet langer op klantvriendelijke locaties waar ook jongeren en toeristen in de verlokking worden gebracht, maar op een kwartiertje buiten de stad in een loods op een industrieterrein, een kas op het land of een volkstuintjes complex. Behangen met bordjes ‘artikel 461, verboden voor onbevoegden’. Zonder wachtwoord, pincode of vingerafdruk gaat de zware ijzeren deur niet open: ‘alleen voor leden’.
Bij toerbeurt helpen leden mee bij de productie en bewaken ze de kas tegen criminelen en andere ongenodigden. Omdat alleen kleine hoeveelheden over straat mogen consumeren de leden de oogst voornamelijk ter plekke. In beslotenheid, volgens eigen afspraken. Iedereen die het onderlinge vertrouwen schendt wordt geëxcommuniceerd. Voor de wetshandhaving wordt het overzichtelijk: volg het geld. Zodra er geld wordt verdiend met wiet moet het crimineel zijn. De productie, consumptie en het onderling delen is een privé-kwestie (“geef die joint eens door”) en daarmee per definitie beperkt in schaal en zichtbaarheid. Het neemt de vraag voor de concurrerende criminele productie weg. Ze hebben hogere kosten en willen ook nog eens winst maken.
Toeristen kunnen blijven komen, maar moeten eerst bevriend worden met een lid van de drugsvereniging die een joint wil delen. Dat gaat ten koste van diens eigen quotum en echte vrienden en kennissen krijgen natuurlijk voorrang. Handel zit er niet in, want de productie schaalt niet en het brengt de vergunning van de hele vereniging in gevaar. Een student die als lid wat bijverdient door zijn deel te verhandelen wordt geroyeerd. Zodra handel is te herleiden tot een bepaalde vereniging is het immers einde vereniging. De toerist is dan uiteindelijk beter af op de eigen zwarte markt in Duitsland, Frankrijk, Engeland of België. In eigen land kunnen ze voor dezelfde oplossing gaan lobbyen.
Informatie van:
http://sargasso.nl/archief/2011/01/12/geen-wietpas-maar-drugsverenigingen/